Taal- en spraakstoornissen bij dementie


Dementie wordt veroorzaakt door een stoornis in de hersenen. Een veelvoorkomende oorzaak is de ziekte van Alzheimer. Kenmerkend voor dementie zijn de geheugenstoornissen die steeds erger worden. Daarnaast kunnen er andere problemen optreden, zoals gedragsproblemen en veranderingen in karakter.

 

Taal- en/of spraakstoornissen kunnen bij alle vormen van dementie voorkomen. De verschijnselen van dementie verschillen per persoon en per ziekte. Bij een taalstoornis kan iemand zijn gedachten en/of ideeën niet meer omzetten in woorden, zinnen en een verhaal; er kunnen problemen zijn met het begrijpen van gesproken en geschreven taal. Een spraakstoornis betreft alleen de spraak: woorden en zinnen worden niet goed of niet duidelijk uitgesproken.

 

De stoornissen kunnen verschillen per persoon. Dit heeft te maken met de manier waarop de hersenen veranderen door de dementie. Met het erger worden van de ziekte, krijgt de persoon met dementie steeds meer moeite om duidelijk te maken wat hij bedoelt en om anderen te begrijpen. Vaak blijven personen met een ernstige vorm van dementie wel gevoelig voor zinsmelodie, toonhoogte en lichaamstaal. 

Primair progressieve afasie (PPA) vormt een aparte categorie. Bij deze vorm van dementie zijn taalproblemen de eerste signalen van de dementie. 

Meer informatie over Alzheimer is te vinden bij Alzheimer Nederland en meer informatie over hersenen is bij de Hersenstichting te verkrijgen. 

 

Wat doet de logopedist?

De logopedist neemt een taal-, spraak- en/of communicatieonderzoek af. Daarnaast observeert de logopedist hoe de persoon met dementie communiceert met de mensen in zijn omgeving. 

Afhankelijk van de diagnose die de logopedist stelt, wordt er een logopedische behandeling gestart. Het merendeel van de verzorgers en partners geeft aan al vanaf het begin van de ziekte problemen te ondervinden bij de communicatie met de persoon die dementie heeft. In de behandeling zal alles er op gericht zijn om de communicatie tussen de cliënt en zijn of haar omgeving zo goed mogelijk te laten verlopen.

Indien mogelijk traint de logopedist de cliënt om zich op een andere manier te uiten, bijvoorbeeld met behulp van een agenda of een ‘communicatieboek’. Bij problemen in het begrijpen van taal en bij ernstiger dementie, wordt de samenwerking met de partner of verzorgers nog belangrijker. De logopedist informeert de partner en de omgeving van de persoon met dementie over de aanwezige taal- en/of spraakstoornissen. De logopedist biedt adviezen en handvaten, zodat de gesprekspartner weet hoe die zich kan aanpassen aan de communicatieve mogelijkheden van de persoon met dementie. De logopedist werkt samen met de psycholoog met betrekking tot de benadering van de persoon met dementie.

 

 

Bron: Nederlandse Vereniging voor Logopedie en Foniatrie (NVLF).