AFASIE


Afasie is een taalstoornis die ontstaat door een hersenletsel in de linker hersenhelft. Dit wordt meestal veroorzaakt door een beroerte (CVA), maar kan ook ontstaan door een hersentumor, een ongeval of een andere aandoening in de hersenen.

 

Bij sommige mensen zit het taalsysteem in de rechter hersenhelft. Als zij hersenletsel oplopen in die rechter hersenhelft, kan er ook een afasie optreden. Afasie komt het meest voor bij volwassenen en ouderen. Maar ook kinderen en jongeren kunnen hersenletsel oplopen met een afasie als gevolg.

 

Gevolgen van afasie

Door afasie ontstaan er problemen met het spreken, het lezen en het schrijven. Samen geven deze talige problemen stoornissen in de communicatie. De ernst en omvang van de afasie zijn onder andere afhankelijk van de plaats en de ernst van het hersenletsel, het vroegere taalvermogen, iemands persoonlijkheid en zijn algehele gezondheid.

Sommige mensen met afasie kunnen wel goed taal begrijpen, maar hebben moeite met het vinden van de juiste woorden of met de zinsopbouw. Het komt regelmatig voor dat iemand met afasie een ander woord zegt dan hij of zij bedoelt. Ook komt het voor dat de persoon juist wél veel spreekt, maar dat het voor de gesprekspartner niet of moeilijk te begrijpen is.
Mensen met afasie hebben vaak grote problemen met het begrijpen van taal. Tijdens een gesprek vangen ze bijvoorbeeld alleen trefwoorden op en bedenken zelf het verband hiertussen. Vooral bij ingewikkelde zinnen levert dit misverstanden op.

Naast het spreken en begrijpen kunnen er problemen zijn met het lezen en schrijven. Het lezen van een boek of het volgen van een ondertiteling op de televisie is vaak moeilijk en soms onmogelijk. 

Meer informatie over afasie is te verkrijgen op www.afasiecentrum.nl en informatie over hersenletsel is te vinden op www.hersenletsel.nl. 

 

Wat doet een logopedist?

Het herstel van de taal- en spraakproblemen vindt voornamelijk plaats in de eerste drie tot zes maanden na de beroerte. In deze periode is veel logopedische therapie belangrijk.

De logopedist zal eerst een onderzoek afnemen naar het begrijpen en uiten van de gesproken en geschreven taal. De logopedist gaat na hoe de communicatie van de cliënt met zijn omgeving (partner, familie) verloopt. De resultaten worden met de patiënt en zijn familie besproken. De logopedist geeft verder voorlichting en adviezen.

De behandeling is gericht op de individuele problematiek. Er worden oefeningen gedaan om het begrijpen, spreken, lezen en schrijven te verbeteren. Ook wordt de cliënt en zijn directe omgeving geleerd hoe zij op een andere manier met elkaar kunnen communiceren. Het kan zijn dat een communicatiehulpmiddel zinvol is. Dan zal de logopedist hierover adviseren en begeleiding bieden.

 

Bron: Nederlandse Vereniging voor Logopedie en Foniatrie (NVLF).